De beproefde techniek in een AQUAFIX Lamellenafscheider
Het met zware metalen, olie- en slibdeeltjes vervuilde run-off water van terreinen stroomt via de inlaat in de inlaatkamer met rem- en verdeelschot. Hier wordt de waterstroom afgeremd en in twee separate deelstromen verdeeld. Vervolgens stroomt het water horizontaal uit naar de buitenste ring van de lamellenafscheider; de pre-separatiezone. Hier zal door een langzame gelijkmatige wandstroming met een snelheid lager dan 2,5 cm/sec (door gravitaire afscheiding) een groot gedeelte van de lichte olie- en zware slibdeeltjes (≥ 50 µm) opdrijven en bezinken. In de buitenste ring vormt de afgescheiden olie een drijflaag aan de oppervlakte en de bezonken slibdeeltjes een sedimentlaag onder in de put. Door de lage watersnelheid en oppervlaktebelasting (< 1 cm/sec) woelt deze sedimentlaag niet op.
Het voorgezuiverde afvalwater uit de pre-separatiezone stroomt vervolgens in de binnenste ring van de afscheider. In de lamellenseparatiekamer stroomt het water gelijkmatig omhoog door het lamellenpakket, wat bestaat uit een groot aantal schuin oplopende honingraadvormige kanaaltjes. Door het grote oppervlak van de kanaaltjes ontstaat er een laminaire waterstroming bij een oppervlaktebelasting die kleiner is dan de in de WRW gestelde maximumbelasting van 1 m/h. Dit gunstige stromingspatroon zorgt ervoor dat een groot gedeelte van de lichte deeltjes (< 50 µm) door het pakket opstijgen naar de drijflaag en de zware deeltjes (< 50 µm) bezinken in de stromingsluwe zone onder het lamellenpakket.
Een bijkomend zuiveringseffect van het lamellenpakket is dat het ook functioneert als coalescentiefilter. Kleine met olie vervuilde deeltjes worden door het lamellenmateriaal aangetrokken (adhesie) en verzamelen zich er als een dunne film. Die film trekt weer andere olievervuilde deeltjes aan (cohesie) waardoor de deeltjes samenkleven tot grotere deeltjes. Op het moment dat deze grotere deeltjes genoeg aangegroeid zijn, overwint de zwaartekracht de cohesiekracht. De lichte deeltjes ontsnappen uit de filmlaag en drijven als grote druppels op in de drijflaag, welke zich nivelleert met de drijflaag in de buitenring.
Uiteindelijk stroomt het gezuiverde water in de onderste kamer van de buitenring. De hydraulische vorm van deze laatste trap is zo ontworpen dat er ook hier een zeer lage watersnelheid is. Er treedt een naseparatie effect op. Het gezuiverde water verlaat de lamellenafscheider uiteindelijk via de uitlaatstijgbuis met debietregelklep.
|